Bloedpropje
Bloed stroomt via uw aders en slagaders uw hele lichaam door. Een bloedpropje is een hoeveelheid gestold bloed wat aders kan blokkeren. Bloed kan inwendig stollen door een storing in het stollingsmechanisme, dit heet trombose. Dan stolt er bloed zonder dat u een wondje heeft.
Vaak is er een bloedpropje aanwezig in uw lichaam waar u niks van merkt, doordat het lichaam het bloedpropje vanzelf oplost. Soms gaat het niet vanzelf over en stroomt het propje de bloedbaan in. Als het bloedpropje de doorgang van het bloed blokkeert, ontstaan er klachten.
Zo kan er een TIA, herseninfarct, sinustrombose, hartinfarct of een longembolie ontstaan.
Afhankelijk van de plek van het bloedpropje, ontstaan er klachten. Voorbeelden van klachten zijn:
- Een opgezwollen been.
- Witte, rode of blauwe verkleuring van uw been.
- Strakgespannen beenhuid.
- Hartkloppingen.
- Flauwvallen.
- Kortademigheid.
- Bleekheid.
- Bloed ophoesten.
- Een lamme arm.
- Verwarde spraak.
- Een hangende mondhoek.
Afhankelijk van de plek waarop een bloedpropje het bloedvat blokkeert, wordt er een behandeling gestart. De blokkade door het bloedpropje moet worden verholpen, zodat schade beperkt blijft. Het is soms lastig om aan de hand van de klachten vast te stellen waar het bloedpropje zich bevindt, waardoor een lichamelijk onderzoek nodig is. Vaak krijgt u na een bloedpropje, medicatie voor de rest van uw leven. Dit zijn bloedverdunners die voorkomen dat er nieuwe bloedpropjes ontstaan.
Mensen die meer risico lopen op een bloedpropje kunnen de volgende adviezen opvolgen:
- Houd een gezonde leefstijl aan. Hierbij is het van belang dat u gezond en gevarieerd eet en voldoende beweegt.
- Stop met roken als u rookt.
- Val af als u te zwaar bent.
- Zorg ervoor dat u niet te lang in dezelfde positie zit.
Neem direct contact op met 112 bij de volgende klachten:
- Klachten die passen bij een hartinfarct:
- U heeft een drukkend gevoel op uw borst.
- U heeft moeite met ademhalen.
- Misselijkheid.
- Minder kleur in het gezicht.
- Zweten.
- Klachten die passen bij een herseninfarct:
- U kunt één van uw armen of benen niet gebruiken.
- U heeft een hangende mondhoek.
- U voelt minder in één van uw armen of benen of in uw gezicht.
- U heeft moeite met zien.
- U heeft moeite met praten.
- Klachten die passen bij een longembolie:
- Snelle ademhaling of moeite met ademhaling.
- Hartkloppingen.
- Pijn bij het ademhalen.
- Bloed ophoesten.
- Klachten die passen bij een hartinfarct: