Klaplong
Een klaplong (pneumothorax) wordt veroorzaakt door lucht dat tussen het borstvlies en het longvlies in is gekomen. De ruimte tussen de beide longbladen hoort gesloten te zijn, zodat er contact is tussen het borstvlies en het longvlies. Op het moment dat er een opening tussen het borstvlies en het longvlies ontstaat, kan er lucht tussen komen. Dit zorgt ervoor dat uw long minder ruimte krijgt en inklapt. Dit kan erg beangstigend zijn, omdat dit ervoor zorgt dat u niet tot nauwelijks kan ademen.
Een klaplong komt het vaakst voor bij mensen tussen de 20 en 40 jaar. Het kan spontaan ontstaan, maar het kan ook komen door een ongeluk, een steekwond of een operatie waardoor er ruimte tussen de twee vliezen is ontstaan.
Bij een klaplong heeft u de volgende klachten:
- Een hevige, plotselinge pijn in de borst. Als u in- en uitademt wordt de pijn erger.
- Benauwdheid.
- Pijn in uw nek en schouder.
- U hoest of kucht in de hoop dat u lucht krijgt.
- U wordt bleek en u begint te zweten.
- U kunt angstig worden of in paniek raken doordat u nauwelijks tot geen lucht krijgt.
De hevigheid van uw klachten, wordt bepaald door de hoeveelheid lucht dat tussen het borstvlies en het longvlies in zit. Als daar weinig lucht tussen zit, heeft u minder klachten.
Bij een klaplong raden wij u aan om de volgende adviezen op te volgen:
- Zorg ervoor dat u uzelf de eerste 6 weken niet belast en neem voldoende rust. Zo is het verstandig om geen zwaar werk te verrichten, geen zware voorwerpen te tillen, niet te sporten en om rustig de trap op te lopen.
- Vlieg de eerste drie maanden niet.
- Stop met roken.
- Duik niet of zo min mogelijk. Als u duikt, neemt de druk op uw longen toe. Dit vergroot de kans dat u weer een klaplong krijgt.
- Slik paracetamol tegen de pijn. U mag vier keer per dag twee pillen van 500 mg innemen.
Een milde klaplong gaat meestal vanzelf over. Het is dan belangrijk dat u voldoende rust neemt. Bij een ernstige klaplong moet u altijd contact opnemen met uw huisarts of de spoedpost.
U moet direct contact opnemen als u:
- Een plotselinge hevige pijn in uw borst heeft en daardoor nauwelijks kunt ademen.
- Uitgeput raakt.
- Suf wordt en niet tot traag reageert op de mensen in uw omgeving.
- Moeite heeft met praten.
- Een sterk verhoogde hartslag heeft.
- Eerder een klaplong heeft gehad en weer last krijgt van dezelfde klachten.
Om de klaplong te verhelpen, haalt uw arts de lucht tussen de twee vliezen weg. Dit doet de arts door een buisje of een slangetje in de ruimte tussen de twee vliezen te plaatsen. Vooraf wordt u plaatselijk verdoofd. Vervolgens wordt het buisje of het slangetje op een vacuümsysteem aangesloten waardoor de lucht in die ruimte wordt weggezogen. Zo ontstaat er weer meer ruimte voor uw long en kan uw ademhaling weer goed op gang komen. Bij een hevige klaplong is er soms ook een operatie nodig om het te verhelpen.