Psychose
Bij een psychose is iemand de grip op de realiteit kwijt. Hierdoor kan iemand met een psychose dingen merken/ervaren die andere mensen niet merken/ervaren.
Een psychose kan ontstaan door een traumatische ervaring uit de kindertijd, maar ook door stressvolle gebeurtenissen. Uit onderzoek is gebleken dat drugsgebruik ook een psychose kan veroorzaken. Vaak is er bij iemand niet een bepaalde oorzaak aan te wijzen, maar ligt het aan een combinatie van factoren, zoals erfelijkheid, infecties, traumatische gebeurtenissen, stress of drugsgebruik. Iemand die bijvoorbeeld familieleden heeft die gediagnostiseerd zijn met bipolaire stoornissen, psychosen of depressies heeft meer kans op een psychose.
De klachten van een psychose beginnen vaak bij het veranderen van gedrag, afzonderen van sociaal contact en minder actief worden. Deze klachten verdwijnen soms vanzelf en hoeven niet te betekenen dat deze klachten in een psychose gaan veranderen. Aan het begin van een psychose komen klachten voor zoals:
- Angst.
- Slaapproblemen.
- Weinig motivatie.
- Afzonderen van sociaal contact.
- Dingen waarnemen die anderen niet opvallen.
- Achterdochtig zijn.
- Minder aandacht of concentratie.
- Slecht kunnen nadenken.
Als de klachten toch overgaan in een psychose dan zijn er drie klachten die het meest kenmerkend zijn voor een psychose:
- Waanideeën. Hierbij heeft iemand ideeën of opvattingen die niet passen bij ‘normale’ ideeën of opvattingen. Zo kan iemand bijvoorbeeld denken dat die persoon achtervolgd wordt, terwijl dat niet zo is.
- Hallucinaties. Hierbij hoort of ziet iemand dingen die er niet zijn, zoals stemmen. De stemmen kunnen u dingen vertellen die u bijvoorbeeld moet uitvoeren. In ernstige gevallen kunnen hallucinaties ervoor zorgen dat u aan zelfdoding denkt.
- Desorganisatie. Hierbij heeft iemand moeite met orde aanbrengen in zijn/haar leven. Meestal hebben mensen dan moeite met bepaalde dingen doen, denken of voelen. Een voorbeeld hiervan is dat iemand in huilen uitbarst in een situatie die andere mensen niet begrijpen.
Door de psychose is het moeilijk om te concentreren op uw dagelijkse activiteiten en kunt u slecht gesprekken voeren.
Als u zelf een psychose heeft, is het belangrijk om hulp te zoeken. Een aantal adviezen om beter om te kunnen gaan met psychoses of psychosegevoeligheid zijn:
- Praat over psychose met uw naasten, zoals vrienden, familie of uw partner. Voor sommige mensen kan het erg fijn zijn om hun hart te luchten. Daarnaast kan het u het gevoel geven dat u niet alleen bent.
- Praat over psychose met lotgenoten. Dit kunnen mensen zijn die ook een psychose hebben gehad of gevoelig zijn voor het krijgen van een psychose. Zij kunnen u er meer over vertellen, omdat zij in dezelfde situatie zitten.
- Zoek ontspanning als u merkt dat u erg gestrest bent.
- Vermijd het gebruik van drugs en alcohol. Deze twee dingen kunnen een psychose verergeren of zelfs uitlokken.
- Zoek hulp bij een professional. Hiervoor kunt u contact opnemen met uw huisarts, die u kan doorverwijzen voor de juiste behandeling.
Neem contact op met uw huisarts als u beginnende klachten ervaart van een psychose. Leg uw huisarts uit hoe u zich voelt. De huisarts zal samen met u kijken wat de beste behandeling voor u is.
Als u momenteel in een psychose zit, is het belangrijk dat u ook contact opneemt met uw huisarts. De huisarts kan u doorverwijzen naar een passende organisatie voor de juiste behandeling.
Bel direct de huisarts of de hulplijn 0900-0113 als u denkt aan de dood en/of u plannen heeft om een einde aan uw leven te maken.