Tamponziekte
In het kort
Tamponziekte ontstaat als u te lang wacht met het verwisselen van een tampon. Het wordt ook wel Toxic Shock Syndrome (TSS) genoemd. Zodra u een tampon langdurig inhoudt, kunnen de giftige stoffen in uw bloedbaan raken. Hierna ontstaat er een infectie.
Tamponziekte is een ernstige, acute en zeldzame ziekte. Het ontstaat als u te lang wacht met het verwisselen van een tampon, waardoor u de tampon te lang inhoudt. Het wordt ook wel Toxic Shock Syndrome (TSS) genoemd. Mannen kunnen ook TSS krijgen door open wonden of brandwonden, maar de meeste gevallen met TSS ontstaan door tampons.
Iedereen kan het op elke leeftijd krijgen. Jonge mensen hebben vaak meer kans op het hebben van de ziekte, omdat ze niet genoeg afweerstoffen hebben ontwikkeld. Het is niet duidelijk of het gebruik van tampons de ziekte veroorzaken, omdat de bacteriën die tamponziekte veroorzaken niet op de tampons zitten maar op en in het lichaam.
Er spelen twee bacteriën een rol bij het ontstaan van TSS. Deze bacteriën zijn eigenlijk onschuldig en komen bij veel mensen voor rond de slijmvliezen en op de huid. Ze kunnen giftige stoffen aanmaken. Zodra u een tampon langdurig inhoudt, kunnen de giftige stoffen in uw bloedbaan raken. Hierna ontstaat er een infectie, waardoor het Toxic Shock Syndrome kan worden veroorzaakt. Het is daarom erg belangrijk om te letten op uw hygiëne als u een tampon gebruikt.
Symptomen van tamponziekte treden vaak opeens op en zijn in de meeste gevallen erg extreem. U kunt tamponziekte herkennen aan:
- Koude rillingen
- Koorts
- Diarree
- Hoofdpijn
- Keelpijn
- Spierpijn
- Overgeven
- Misselijkheid
- Kortademigheid
- Ernstige vermoeidheid
- Pijnlijke of zwakke spieren
- Duizeligheid
- Flauwvallen
- Verwardheid
- Rode ogen of roodheid over het gehele lichaam
- Extreme verlaging van de bloeddruk
Na een aantal dagen krijgt u last van:
- Een schilferende huid
- Beschadiging van organen, zoals de nieren, de longen, de lever en het hart
Om tamponziekte te voorkomen kunt u een aantal dingen doen:
- Zorg ervoor dat u regelmatig uw tampons verwisselt. Doe dit binnen vier tot vijf uur aangezien u meer kans heeft op tamponziekte hoe langer u de tampon inhoudt. Doe dit binnen drie tot vier uur als u heftig ongesteld bent.
- Breng voordat u gaat slapen een schone tampon in die u als u wakker bent, gelijk weer verwisselt
- Wissel het gebruik van tampons af met maandverband door bijvoorbeeld overdag tampons te dragen en ’s nachts maandverband
- Was de handen grondig voordat u een tampon inbrengt. De bacterie die tamponziekte veroorzaakt, kan namelijk ook op andere delen van uw lichaam zitten, zoals de handen.
- Gebruik kleinere tampons. Als u kleinere tampons gebruikt, bent u sneller geneigd om de tampon na een kortere tijd te verwisselen. Hiermee voorkomt u dat u de tampon te lang inhoudt.
- Gebruik alleen tampons tijdens de menstruatie. Doe dit niet wanneer u last heeft van bruine afscheiding tussen menstruaties in. Gebruik geen tampons als het pijn doet en gebruik er maar één per keer.
Bij tamponziekte is een antibiotica behandeling nodig. Deze is vaak al voldoende voor het volledige herstel. Tamponziekte kan dodelijk zijn, maar dit gebeurt maar in 5% van de gevallen. Dit komt doordat u in shock kan raken en daarna kunt overlijden. Als tamponziekte vroeg bij u wordt ontdekt, is de kans op uw herstel erg groot. U kunt het daarbij makkelijk voorkomen als u bovenstaande adviezen opvolgt.
Neem direct contact op met uw huisarts als u vermoedt dat u tamponziekte heeft. Verwijder uw tampon gelijk als u deze in heeft.