Trombosebeen
In het kort
Uw bloed kan gaan klonteren waardoor bloedstolsels kunnen ontstaan. Wanneer een bloedstolsel een bloedvat verstopt, wordt dit een trombose genoemd.
Binnen uw aderen kan het bloed langzamer stromen of tijdelijk stilstaan. Hierdoor kan het bloed gaan klonteren waardoor bloedstolsels kunnen ontstaan. Wanneer een bloedstolsel een bloedvat verstopt, wordt dit een trombose genoemd.
Een trombose kan in een slagader ontstaan, wat een arteriële trombose wordt genoemd. Dit kan zorgen voor een hart- of herseninfarct. Een trombose kan ook in een ader ontstaan, wat een diepe-veneuze trombose of DVT genoemd wordt. Dit is het geval bij een trombosebeen. Aders in uw been vervoeren bloed van uw been terug naar het hart. Het hart pompt dit bloed vervolgens weer naar uw longen voor nieuw zuurstof. Bij een trombosebeen is een ader in uw been afgesloten door een bloedpropje. Hierdoor kan het bloed niet goed terugstromen en kan uw been opzwellen en pijn doen.
Als u een wond heeft, ontstaat er een bloedstolsel zodat het bloed niet blijft stromen. Af en toe kan er aan de binnenkant van uw aders een bloedstolsel ontstaan, welke het lichaam opruimt. Als u een trombose heeft, worden bloedstolsels onvoldoende opgeruimd waardoor een verstopping van het bloedvat wordt veroorzaakt. Deze bloedstolsels aan de binnenkant van uw aderen worden sneller veroorzaakt bij:
- Minder beweging
- Verandering in de samenstelling van uw bloed, bijvoorbeeld door hormonen
- Kleine beschadigingen in uw aderen
Ook is er meer kans op een trombosebeen als u:
- Een vrouw bent
- Ouder bent
- Geopereerd wordt (aan uw been of een andere operatie)
- Een been in het gips heeft
- Lang in bed ligt of weinig beweegt
- Zwanger bent
- De pil gebruikt of andere voorbehoedsmiddelen met het hormoon oestrogeen
- Overgangshormonen gebruikt
- Overgewicht heeft
- Rookt
- Eerder een trombosebeen heeft gehad
- Erfelijke ziektes heeft
Als u een trombosebeen heeft, heeft u veel kans om last te krijgen van de volgende klachten:
- Uw been zwelt snel op
- Een zwaar of pijnlijk gevoel in het been
- Rode of blauwe verkleuringen van uw been
- Verhoging van de lichaamstemperatuur
- Een strak gespannen beenhuid
Soms kunt u ook last krijgen van de volgende klachten:
- Uw been wordt wit
- Uw been doet veel pijn
- Een zweepslag gevoel in uw kuit
- Bij lopen, pijn in de benen, welke weggaat als u stilstaat
Alle bovenstaande klachten kunnen direct optreden of binnen een paar uur.
Het bloedpropje kan ook losraken van uw been en doorstromen naar uw longen. Dan heeft u een bloedstolsel in uw longen, wat een longembolie veroorzaakt. Hierdoor kan uw ademhaling sneller gaan en pijnlijk worden. U kunt ook meer slijm met bloed ophoesten. Als de longembolie lang ongenezen blijft, kan het deel van uw longen dat, afgesloten is door het bloedpropje, afsterven.
U kunt de volgende adviezen volgen om de kans op een trombosebeen te verkleinen:
- Als u een lange tijd rust moet houden of blijven liggen, bijvoorbeeld door een operatie of een gebroken been, probeer dan zoveel mogelijk te bewegen als dit kan en mag.
- Als u lang moet blijven zitten, bijvoorbeeld bij een lange reis, probeer dan wat vaker door het gangpad te lopen of uw benen en voeten te strekken of bewegen.
- Heeft u eerder een trombosebeen gehad? Probeer dan een steunkous te dragen als u lang stil moet zitten of liggen.
Als u vermoedt dat u een trombosebeen heeft, adviseren wij u dezelfde dag uw huisarts te bellen. Dit doet u dus als uw been (of kuit) dik is, glanst, pijn doet, rood is of warm is.
In de volgende gevallen adviseren wij u direct uw huisarts te bellen:
- Uw ademhaling sneller is dan normaal of u zich benauwd voelt
- Als ademen pijnlijk is
- Als u bloed ophoest
- Als u hartkloppingen of een snelle hartslag heeft