Verstuikte pols
In het kort
Als de banden in uw pols worden opgerekt, door bijvoorbeeld een ongeluk. Dan spreken we van een verstuiking van de pols. De pols zit tussen de onderarm en de hand.
De banden in uw pols kunnen oprekken door bijvoorbeeld een ongeluk. Dan spreken we van een verstuiking van de pols. De pols zit tussen de onderarm en de hand. De botten in de pols worden bij elkaar gehouden door banden. Deze banden kunnen oprekken, wat pijn doet. Een verstuiking van de pols gaat vaak samen met een kneuzing waarbij de banden opgerekt of gescheurd zijn.
Een verstuikte pols is te herkennen aan de volgende klachten:
- Pijn aan de pols
- Een blauwe verkleuring van de pols
- Zwelling
Door het verstuiken van de pols kunt u de pols niet meer pijnloos gebruiken en kunt u moeite hebben met het vastpakken van voorwerpen. Ook kan uw hand dik worden. Na een week is de zwelling en verkleuring vaak al weggetrokken en lukt het om de hand redelijk te gebruiken.
Na het verstuiken van de pols, moet u de pols meteen koelen met een ice-pack. Zorg ervoor dat u deze in een theedoek wikkelt om te voorkomen dat de huid bevriest. Zo nodig kunt u bij pijn een pijnstiller nemen, zoals paracetamol.
Bij een verstuikte pols is vaak geen behandeling nodig. Pas als de verstuiking ernstig is of de zwelling na een aantal weken nog steeds niet is afgenomen, kan een behandeling nodig zijn. Mocht u een ernstige verstuiking hebben, kan het mogelijk zijn dat de arts een gipsverband aanlegt.
Het is belangrijk dat u bij een verstuikte pols, de pols niet veel belast. Probeer het bewegen van de pols langzaam op te bouwen en belast de pols niet als het pijnlijk is. Het kan zijn dat het gewricht wat opzwelt bij sommige activiteiten, maar dit kan vaak geen kwaad.
Als u twijfelt over de klachten en denkt dat de pols misschien gebroken is, bel dan direct de huisarts of huisartsenpost
Als u tijdens de weken dat uw pols in het gips zit, last krijgt van een van de volgende dingen, bel dan gelijk uw huisarts:
- Uw vingers zijn dikker dan normaal
- Uw vingers zijn paars, blauw of heel bleek
- Uw vingers tintelen
- U kunt uw vingers niet goed bewegen
- U voelt pijn onder het gips en niet op de plek van de breuk
- Uw gips is nat